Het is een glibberig terrein in de schilderkunst waarop Eric Hirdes zich begeeft. Zowel de materie kunst als het lyrisch abstracte schilderen hebben de afgelopen decennia vele producten voortgebracht die ten ondergaan aan esthetiek en niet veel meer lijken te zijn dan oogstrelende kleurvegen in een willekeurig arrangement.
Niettemin blijven deze stijlen ook nu nog favoriet onder kunstenaars, waarschijnlijk omdat het spontane schilderen op de een of andere wijze sterk verbonden moet zijn met het onoverzichtelijk gebied der emoties en dit weer lijkt te passen in de opvatting over het kunstenaarschap. Kortom, de valstrikken zijn overal uitgezet en het getuigt van lef om telkens opnieuw de mogelijkheden van het lyrisch abstracte schilderen te onderzoeken, zoals Hirdes dit nu al ruim dertig jaar doet. Dit houdt onder meer in dat er bij de kunstenaar een steeds sterker bewustzijn is gegroeid over de mogelijkheden en onmogelijkheden van die esthetiek.
Een schilderij kan verleiden door zijn kleur, huid, compositie of verhaal, maar het beeld moet bovenal een geheim in zich dragen, waardoor je er telkens weer opnieuw naar wilt kijken, kortom het moet schoonheid die nooit verveeld uitdragen.
In zijn recente werk ondervraagt Eric Hirdes zichzelf opnieuw over esthetiek en de eigen ontwikkelde methodes. Hij hanteert niet zozeer een andere taal, maar zoekt het in de opbouw van een schilderij.
Door plaatsbepalingen in het werk is er een zekere aardsheid in het recente werk van Hirdes gekomen. Ijdelheid en vurigheid zijn nog even belangrijk, alleen spelen zij een andere rol. Die enorme technische vaardigheid om vanuit materie tot transparantie te komen draagt ertoe bij dat het materiaal zijn eigen poëtische taal kan gaan spreken – die ruimte is gecreëerd. ‘Het uiteindelijke schilderij dient zich aan ‘, aldus Hirdes. Ieder schilderij lijkt telkens opnieuw een ontdekkingstocht te zijn via de materie.
Het is al vaker gezegd over het werk, de schilderijen roepen sterke associaties op met niet bestaande landschappen, landschappen van de geest, waar het prettig toeven is.
Ingrid van Santen.